Vous êtes ici
Verhalen van bij ons: Cabriokas primeur voor België
In een klassieke serre gedijen rododendrons niet. Maar in de winterperiode vormt vorst wel een risico voor deze planten. Daarom zetten kwekers gewoonlijk ’s winters alle potten binnen, om ze bij het aanbreken van de lente weer naar buiten te dragen.
Het beste van twee werelden
Toen bekend werd dat de oude kwekerij van ID'Flor in Maldegem zou sluiten en de rododendronkweek voortaan in Moerbeke zou gebeuren, zochten we naar een manier om dat belastende werk uit te schakelen. Een cabriokas bleek dé oplossing: een serre waarvan het dak en de zijgevels volledig openschuiven, zodat de planten gewoon in de buitenlucht staan. Alleen wanneer de temperatuur onder nul duikt, of bij weersomstandigheden die schade kunnen veroorzaken aan de planten, rollen de zeilen dicht en staan de planten beschut. Nadat we het systeem in werking hadden gezien bij een Nederlands tuinbouwbedrijf – in eigen land bijten wij de spits af met onze cabriokas – hakten we de knoop door. In augustus startten de bouwwerken, zodat in november de eerste planten konden overkomen uit Maldegem. In het voorjaar gingen de eerste rododendrons uit de cabriokas al over de toonbank.
Jan Standaert (teeltverantwoordelijke - links op de foto): 'Om rododendrons te laten knoppen, worden tegenwoordig chemische groeiremmers toegediend. Maar vroeger hielden kwekers hun planten een tijdje droog. Dit ambachtelijke procedé om de groei te remmen, testen we volop in de cabriokas. Dat doen we door bij regenweer het dak van de serre dicht te houden.'
Piet Ravelingien (productieverantwoordelijke - midden op de foto): 'De dak- en gevelschermen worden automatisch aangestuurd door temperatuur- en windsensoren. Maar via een app op mijn smartphone kan ik ook zelf ingrijpen. Als er een onweer opsteekt bijvoorbeeld.'
'Tijdens het kweekproces moeten de azalea’s verschillende keren worden verplaatst in de serre. Om ze via de transportband naar de snoeimachine te brengen, bijvoorbeeld, of gewoon omdat ze groeien en meer plaats innemen. Traditioneel gebeurt dat per 14 potten met een speciale vork. Maar sinds vorig jaar neemt onze robot een deel van dat loodzware werk over: hij schept de potten van de transportband en zet ze op de millimeter juist neer in de serre.
De bedoeling is om op termijn nog een tweede robot aan te schaffen die de planten op de transportband zet, zodat het volledige proces volautomatisch kan verlopen. Maar zover zijn we nog niet, want de verfijning van de programmatie van de huidige robot is een hele uitdaging. Alles moet uiterst precies ingesteld zijn, anders stokt het proces of rijdt de machine zich ergens vast in de serre. Maar een ding is zeker: we zouden onze robot niet meer kunnen missen.' - Jürgen Huyben (teamverantwoordelijke - rechts op de foto)